150.000 euro aan ontslagvergoedingen

Als gevolg van een ‘onophoudelijke aaneenschakeling van ernstig verwijtbare handelingen’ tijdens een ontslagprocedure moet er bijna 150.000 euro aan ontslagvergoeding betaald worden aan een werkneemster.

De zieke werkneemster werd onder meer uitgemaakt voor leugenaar tijdens het proces. De werkgever zei dat de fouten schoonheidsfoutjes waren, maar volgens de Amsterdamse kantonrechter gaven ze hiermee juist aan ‘geen enkel inzicht te hebben in de ernstige verwijtbaarheid van handelen en de impact die dat heeft op de werkneemster.’

Zwangerschapsverlof


De medewerkster werkte als manager en meldde zich vanaf augustus 2019 om diverse redenen een aantal ziek, en ging in mei 2020 ruim drie maanden met zwangerschaps- en bevallingsverlof. In maart van dat jaar had het bedrijf een drastische reorganisatie doorgevoerd, waarbij ruim de helft van de 38 medewerkers vertrok. Ook de arbeidsplaats van de vrouw kwam daarbij te vervallen, maar vanwege haar toenmalige arbeidsongeschiktheid was zij daarvan nog niet op de hoogte gesteld.

Ontslag tijdens re-integratie


De manager bleek last te hebben van lichamelijke klachten als gevolg van de bevalling toen zij in september 2020 weer aan de slag ging. In overleg met de werkgever werd een re-integratieplan besproken. Op de tweede dag van haar re-integratie kreeg de vrouw te horen dat het bedrijf haar zou ontslaan. De vrouw ging hier niet mee akkoord en gaf aan arbeidsongeschikt te zijn en haar re-integratie te willen afmaken.

Leugenaar


Het hoofd personeelszaken van het bedrijf zei niks te weten van haar arbeidsongeschiktheid en maakte zij de werkneemster uit voor leugenaar. Het volgende werd gezegd:
"Wij zijn niet op de hoogte van een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, en los daarvan geloof ik dat eigenlijk niet. (…) Bovenstaande leidt tot de voorlopige conclusie dat jij de 'ziekte' misbruikt om je te beschermen tegen de UVW-procedure."

Daarop volgend heeft het bedrijf twee keer een ontslagvergunning aangevraagd bij het UWV. De aanvragen werden geweigerd, omdat er wegens ziekte sprake was van een opzegverbod. Een arbo-arts erkende dat de arbeidsrelatie verstoord is door het arbeidsconflict, maar dat de vrouw wel echt ziek was. De arbo-arts adviseerde bemiddelingsgesprekken, maar daar trok de werkgever zich niet veel van aan. Ook kwam er een officiële waarschuwing waarin de vrouw kwalijk werd genomen dat zij niet fysiek, maar slechts online bij het gesprek aanwezig was. De kantonrechter kwalificeerde de waarschuwing als onterecht, omdat fysieke aanwezigheid nooit was besproken en onnodig was.

Uiteindelijk sleepte de werkneemster het bedrijf voor de rechter. Daar ging de vrouw akkoord met een ontbinding van het arbeidscontract, maar eiste wel een reguliere ontslagvergoeding van ruim 9.000 euro. Daarbij meende zij recht te hebben op extra schadevergoeding wegens 'ernstig verwijtbaar handelen' van de werkgever.

Ontslagvergoeding


De kantonrechter heeft de vrouw volledig gelijk gegeven. De rechtbank wees de manager een extra vergoeding van ruim 98.000 euro aan inkomensschade toe. Ook moet de werkgever haar nog eens 40.000 euro aan immateriële schade voor 'onnodig psychisch leed' betalen. Daarmee komt de totale prijskaartje van het ontslag van de vrouw op bijna anderhalve ton, nog los van de periode dat zij betaald thuis zat en de juridische kosten van de werkgever.

Bron: RTL nieuws
© 2024 P&O Support  - Disclaimer - Privacyverklaring - Algemene voorwaarden